zondag 11 mei 2014

blogopdracht 2

Stijlfiguren worden veel gebruikt in het dagelijks leven, bijvoorbeeld een inversie. Dit komt voor als iemand je niet goed verstaat en vraagt: "Naar wie ging je toe, de blonde of de ander?" Het antwoord kan dan zijn: "De blonde zal ik morgen bezoeken." Voorbeeld twee van een stijlfiguur is reptitio. Deze wordt veel gebruikt in de reclame van de plus. Ze zeggen dan ook letterlijk: "Plus geeft meer." En gebruiken het woord plus meerdere keren in de reclame, waardoor het goed blijft hangen. Ook de enumeratie, ook wel opsomming wordt veel gebruikt in reclames. Denk aan de reclame van Heineken: "Heerlijk, Helder, Heineken."

Beeldspraak hoor je ook vaak in het dagelijks leven, bijvoorbeeld een vergelijking. In de stad hoorde ik laatst nog iemand zeggen: "Hij is zo wit als sneeuw." Hierbij is het object 'hij' en het beeld de sneeuw. Personificaties komen ook vaak voor, "De wind zuchtte" is een zin waarin dit voorkomt. De wind krijgt een menselijke eigenschap; het kan immers zuchten. Ook een metafoor is een vorm van beelspraak. Bij een metafoor wordt een vergelijking gemaakt, alleen wordt hierbij geen voorwerp genoemd maar alleen het beeld. Een voorbeeld hiervan is "Hoe heb je ooit met die ezel kunnen samenwerken? " De vergelijking hierin is "Hij is zo dom als een ezel". Het beeld is hierbij de ezel en het object is weggelaten, maar deze persoon is dus niet zo slim.

Maar beeldspraak komt niet alleen voor in gesproken en geschreven taal. Het wordt ook vaak gebruikt in beelden, bijvoorbeeld bij reclames.




Nummer 1 van Greenpeace lijkt de reclamemaker te zeggen: van veel zwerfafval zullen de bomen eruit gaan zien als zwerfaval". Hierbij is de boodschap van de reclame natuurlijk om de consument aan te sporen afval in de prullenbakken te deponeren en niet zomaar op de grond. Het beeld is hierbij de plastic zak die gevormd is als een boom, en het object is een normale boom, niet zichtbaar. Daarom is deze vergelijking een metafoor.
Bij 2 probeert de reclamemaker duidelijk te maken dat door te roken je er ouder uit gaat zien. De reclamemaker lijkt te zeggen: "Van roken zie je er uit als een bejaarde vrouw. " Hierbij wordt gebruik gemaakt van een vergelijking waarbij de bejaarde vrouw het beeld is en de roker het object. Ook dit is een metafoor omdat het object wordt weggelaten. De bedoeling van de maker is het verkopen van zijn nicotinekauwgom, dus het aansporen tot kopen bij de roker.
Bij 6 is er een vergelijking met tandenpoetsen. De opzet van deze reclame lijkt: "Van een kauwgom voelt je mond weer net zo schoon als na een keer tandenpoetsen". De bedoeling is het verkopen van het product, kauwgom. Het beeld is een keer tandenpoetsen en het object is een kauwgom.

Gedicht 2 bevat veel beeldspraak, een voorbeeld hiervan is de synesthesie in "doffe perzikhuid". Zien en voelen wordt hier gecombineerd.

In gedicht 3 'Zie je ik hou van je' van Herman Gorter komt ook veel beeldspraak voor. Repititio omdat er veel herhaling in zit, let op het einde van de eerste alinea 'ik hou van je, ik hou van je'. Een ander voorbeeld van repetitio: 'zie je ik hou van je' op het begin, maar dit komt terug in de derde alinea: 'Zie je ik wou graag zijn'. Ook antithese: 'Ik wou het allemaal zeggen, maar ik kan het toch niet zeggen'.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten